SV | En Samuel zeide tot Saul: Waarom hebt gij mij onrustig gemaakt, mij doende opkomen? Toen zeide Saul: Ik ben zeer beangstigd, want de Filistijnen krijgen tegen mij, en God is van mij geweken, en antwoordt mij niet meer, noch door den dienst der profeten, noch door dromen; daarom heb ik u geroepen, dat gij mij te kennen geeft, wat ik doen zal. |
WLC | וַיֹּ֤אמֶר שְׁמוּאֵל֙ אֶל־שָׁא֔וּל לָ֥מָּה הִרְגַּזְתַּ֖נִי לְהַעֲלֹ֣ות אֹתִ֑י וַיֹּ֣אמֶר אוּל צַר־לִ֨י מְאֹ֜ד וּפְלִשְׁתִּ֣ים ׀ נִלְחָמִ֣ים בִּ֗י וֵֽאלֹהִ֞ים סָ֤ר מֵֽעָלַי֙ וְלֹֽא־עָנָ֣נִי עֹ֗וד גַּ֤ם בְּיַֽד־הַנְּבִיאִם֙ גַּם־בַּ֣חֲלֹמֹ֔ות וָאֶקְרָאֶ֣ה לְךָ֔ לְהֹודִיעֵ֖נִי מָ֥ה אֶעֱשֶֽׂה׃ ס |
Trans. | wayyō’mer šəmû’ēl ’el-šā’ûl lāmmâ hirəgazətanî ləha‘ălwōṯ ’ōṯî wayyō’mer šā’ûl ṣar-lî mə’ōḏ ûfəlišətîm| niləḥāmîm bî wē’lōhîm sār mē‘ālay wəlō’-‘ānānî ‘wōḏ gam bəyaḏ-hannəḇî’im gam-baḥălōmwōṯ wā’eqərā’eh ləḵā ləhwōḏî‘ēnî mâ ’e‘ĕśeh: |
En Samuel zeide tot Saul: Waarom hebt gij mij onrustig gemaakt, mij doende opkomen? Toen zeide Saul: Ik ben zeer beangstigd, want de Filistijnen krijgen tegen mij, en God is van mij geweken, en antwoordt mij niet meer, noch door den dienst der profeten, noch door dromen; daarom heb ik u geroepen, dat gij mij te kennen geeft, wat ik doen zal.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Samuel zeide tot Saul: Waarom hebt gij mij onrustig gemaakt, mij doende opkomen? Toen zeide Saul: Ik ben zeer beangstigd, want de Filistijnen krijgen tegen mij, en God is van mij geweken, en antwoordt mij niet meer, noch door den dienst der profeten, noch door dromen; daarom heb ik u geroepen, dat gij mij te kennen geeft, wat ik doen zal.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!